Verslag projecten

 

Start
Omhoog

Improviseren met hoofd, hart en handen

Verslag studiedag 'Akkoord' voor muziekwerkers in de zorg, InHolland Alkmaar
Workshop o.l.v. Michiel Koperdraat

Door Marianne Buts

Michiel Koperdraat maakt deel uit van de groep Ano Kato, gespecialiseerd in Griekse muziek. Improvisatie speelt in de Griekse muziek een grote rol. Met een improvisatie, taxími, vertelt de Griek zijn eigen muzikale verhaal. 
Door het geven van workshops probeert Michiel de deelnemers te enthousiasmeren voor improvisatie en hij maakt daarbij gebruik van de Griekse muziek. Onder het motto 'improviseren kun je leren' wordt tijdens een workshop alle aandacht besteed aan de mogelijkheden van de muzikant om zich op zijn instrument uit te drukken.

Een drukbezette workshop! De muzikanten stroomden het lokaal binnen en met hen ook de instrumenten. Gitaren, flui­ten, holle buis, dwarsfluit, cello, ukelele, harp, piano en niet te vergeten de stem, een diversiteit aan instrumenten. Als welkom liet Michiel ons oos­terse muziek horen, een vrije im­provisatie door een violist op één grondtoon. Met het luisteren naar de improvisatie gaf Michiel ons het doel van de workshop direct mee: improvisatie, een zoektocht naar de eigen muzikale expressie.

Wat is modale improvisatie eigenlijk?
Modale improvisatie is het kie­zen van een toonstelsel en vanuit het gekozen toonstelsel begint het aftasten. Een aftasten naar de sfeer van de toonsoort, naar de ge­moedsstemming die de toonsoort oproept. Je voert als het ware een dialoog met je innerlijk, je luistert naar je innerlijk, volgt je hart en brengt met je instrument jouw kleur, jouw akkoord naar buiten. Het ‘innerlijk horen’ is van groot belang tijdens het improviseren en maakt uitein­delijk jouw muzikale verhaal.

Ach, hoe makkelijk lijkt improviseren, we mochten het pro­beren, solistisch, om de beurt. Een Griekse toonladder werd ons aangereikt: D E F Gis A B C D, een plattelands toonladder ‘des herders’. Al improviserend bleek het toch moeilijker dan gedacht, men werd met de neus op de feiten gedrukt. Waar de één stuitte op een tekortkoming aan techniek, koos de an­der de veilige ritmische weg om vooral toch niet de diepte in te hoeven gaan.
Het was buitengewoon leerzaam om van ieder de prachtige improvisaties te horen. Het geoefende oor van de meester lokaliseerde direct het probleem waar men tijdens de impro­visatie tegenaan botste. Vele interessante tips van Michiel volgden.
Improvisatie vraagt een zo volledig mogelijke technische beheersing van je instrument, waaronder een beheersing van de toonlad­ders. Het kan voorkomen dat je tegen een blokkade aanloopt, je vingers willen niet of de techniek beheers je niet goed
genoeg. Zodra je merkt dat je over gaat op iets anders, iets wat je mak­kelijker afgaat, beschouw dat dan als een teken aan de wand. Michiel advi­seerde ons om daar geen genoegen mee nemen, maar aan de slag te gaan, te gaan studeren, net zo­lang tot de blokkade op­geheven is.
Sommigen kregen het advies om het ritmische spelen los te laten en de diepte in te gaan. Probeer een melodie te vinden, al is het maar met één toon en bouw daar omheen met spannende tonen, geeft het geheel een ei­gen kleur. Probeer een goeie aanslagmanier te vinden als je met een plectrum speelt.
Zingend improviseren bleek niet eenvoudig. Michiel adviseer­de om op het woord aman (ach!) te improviseren, zo ontstaat een klaagzang. Probeer het veilige beginnen en eindigen op de grondtoon los te laten, begin gewoon ergens midden in de toonladder. Michiel verduidelijkte één en ander met een hartverwarmende vocale improvisatie.

Hoe kan een improvisatie oosters klinken? 
Ook daar had Mi­chiel antwoord op, laat het oosters klinken door de 'boven'-tonen. Laat voor elke toon eerst de toon erboven horen en gebruik veel herhalingen.
Probeer over te gaan van mineur naar majeur door hetzelfde te spelen, maar de grondtoon één toon te verhogen. Dat kan wonderen doen. Bijvoorbeeld een uitstapje van grondtoon D naar E. Als je tijdens je improvisatie gebruik maakt van allerlei trappen, dan krijgt jouw verhaal steeds een andere kleur. De ene Griekse ladder wordt dan vanzelf een andere.

Een laatste tip van Michiel: onderschat nooit de technische vaardigheden, maak iedere dag weer je instrument het hof, oefen, speel, leer en improviseer, en blijf je vooral bezighou­den met het innerlijk horen.
Kortom, de speelfilosofie van Michiel was grenzeloos, met als hoofdmotto: improviseer met hoofd, hart en handen.
* Het hoofd analyseert wat er gebeurt, en coacht je tijdens je spel, past aan.

* Speel vanuit je hart, laat horen wat er innerlijk speelt, laat je gevoel horen. Je gevoel stuurt alle timing.
* Speel met je handen, jouw motoriek moet het uitvoeren, ‘programmeer’ motorische vaardigheden in één keer goed. Doe je het goed, dan gaat het altijd goed, verwaarloos dit niet. Alles wat je wilt spelen zou motorisch onder je beheersing moeten vallen en zou een zekere vanzelfsprekendheid moeten uitstralen.

Al met al was het een bijzonder interessante workshop, zeer bruikbaar in de praktijk, want kan een improvisatie niet de sleutel zijn om het hart van een medemens te openen, om binnen te komen bij je medemens, om te communiceren met je medemens?
“Improviseren: speel met hoofd, hart en handen” - een uit­spraak van Michiel die tijdens de workshop door ieder met beide handen werd aangepakt, in de hoofden werd geprent en ter harte werd genomen.

Zie ook 'Innerlijk horen'

   


 

Improviseren met oosterse ingrediënten

Een verslag door Rotterdamse Improvisatie Poel

Project ondersteund door de stichting SWING
Projectleider: Michiel Koperdraat
.
Door Katja Vetter 

 

Een clubje Rotterdamse muzikanten van R:IP maakte kennis met de 'methode Koperdraat'. Hun enthousiasme maakt een voortzetting vanzelfsprekend. Michiel Koperdraat is autodidact multi-instrumentalist, improvisator, en daarnaast liefhebber van Griekse muziek. Zijn muzikale levensloop bracht hem tot de roeping om ook anderen in hun autodidactische ontwikkeling te stimuleren. Hij beveelt zijn workshops aan voor beginnende improvisatoren, voor gevorderde musici die willen improviseren maar teveel vastzitten aan routines, en voor mensen die zich op verschillende niveaus willen verdiepen in Griekse muziek. Een brede doelgroep, en daarbij krijgen alle deelnemers veel individuele aandacht. De R:IP is in hem geïnteresseerd vanwege zijn overtuiging dat de kennismaking met 'modale improvisaties' (zoals in de Griekse muziek) een verfrissende kijk op improviseren biedt. Hoe gaat dat in z'n werk?  

 

   

  .  .  .

Rotterdamse deelnemers kregen Griekse toonsoorten voorgelegd met namen als Hitzaz, Sabach, Rast en Kartzihiar, en de opdracht kleine individuele improvisaties te spelen met dit voor hen nieuwe toonmateriaal. Later in de workshop kwamen ritmes in oneven maatsoorten aan bod. Elke improvisatie werd door Koperdraat uitvoerig becommentarieerd, en uit dat commentaar werd snel duidelijk waarin de essentie van deze workshop gelegen is: het zelf zoeken naar mogelijkheden om je improvisatie vorm te geven. De Griekse toonladders en ritmes vormden geen leerdoel, maar materiaal om op een onbevangen manier te kunnen werken.  

Vrijwel elke deelnemer zag zich geconfronteerd met een gebrek aan motorische routine vanwege de nieuwe toonladders. Voor Michiel Koperdraat was die onwennigheid een aanhaakpunt om zijn speelfilosofie uiteen te zetten. Voor muzikale ontwikkeling, meent hij, zijn drie dingen nodig: techniek, inzicht, en gevoel. Geen van die drie dingen moet je veronachtzamen als je verder wilt komen. Bij het spelen van nieuwe toonladders moeten we telkens nadenken. Denkprocessen spelen zich zéér veel langzamer af dan motorische en gevoelsprocessen. Daarom moet je de technische beheersing van je instrument zodanig oefenen dat je er niet meer over hoeft na te denken, maar het kunt aansturen vanuit je gevoel. Iedere ervaren improvisator kent de mooie momenten waarop het musiceren vanzelf lijkt te gaan, zonder nadenken. Het is dan een voordeel als je veel materiaal in je motorische bagage hebt. Enkele workshopdeelnemers keken een beetje sip op deze plaats in het verhaal. Dus toch weer thuis toonladders oefenen? Ja, en de rest: dynamiek, klankkleurverschillen, toonbehandeling (vibrato, glissando), alles wat maar mogelijk is. Onderzoek het, probeer het uit, leer je instrument kennen tot in de hoekjes en gaatjes. De oosterse toonladders stimuleerden in elk geval de zin om de tanden in iets nieuws te zetten.

Nu we weten hoe techniek en gevoel zich volgens Koperdraat tot elkaar verhouden, hoe zit het met inzicht? Ook dit onderwerp kwam telkens weer in beeld aan de hand van de korte improvisaties. Muzikaal inzicht toont zich in de opzet van een boeiende muzikale structuur. In deze kwestie bestaan geen voorschriften en geboden. Michiel heeft de workshopdeelnemers tips en hints gegeven aan de hand van het 'modaal improviseren'. De reeksen van zeven tonen die wij toonladders noemen, zijn in modale muziek veeleer het kernmateriaal van een muziekstuk, waarbij al het tussenliggende (chromatische tonen, glissando, vibrato) eventueel naar smaak en inzicht gebruikt kan worden. Maar, wat is dan smaakvol? In modale improvisaties kan je tonen, buigingen, wendingen en frasen 'proeven op hun smaak' tijdens het spelen. Iets dat goed klinkt mag je best eens herhalen, nog wat zwaarder aanzetten als je wilt. Je kan een toon kiezen als tijdelijk zwaartepunt, waar je omheen speelt. Net zoals een verhaal uit zinnen is opgebouwd, bestaat de structuur van muziek uit afgeronde brokken en brokjes. De modale reeksen geven een handvat voor structuur, zonder dat het kant en klare liedjes zijn. 
Nog één dingetje van Michiel: probeer 'innerlijk applaus en boe-geroep' te negeren. Goeie muziek vist niet naar complimentjes. 


 

 

© Niets van deze website mag worden overgenomen voor welk doel dan ook, zonder toestemming van Ano Kato / Michiel Koperdraat ©.
Voor meer informatie over Ano Kato of voor vragen en opmerkingen over deze website: